Niet alleen oudere kinderen en tieners, maar ook pasgeboren baby’s moeten worden ingeënt tegen allerlei soorten ziektes. Je kan je kindje vanaf zijn of haar geboorte laten inenten bij het consultatiebureau. Als je ervoor kiest om mee te doen aan het Rijksvaccinatieprogramma krijg je voor iedere prik een oproepkaart die je mee moet nemen naar het consultatiebureau. Je krijgt daar vervolgens uitleg over de vaccinatie en wat er gaat gebeuren en vaak geven ze je een folder met extra uitleg mee. Hier staat bijvoorbeeld in wat voor vaccinatie het is en wat de mogelijke bijwerkingen voor je kindje kunnen zijn.
De eerste vaccinaties voor je baby
Met een leeftijd van drie maanden kan je baby al zijn of haar eerste inenting krijgen. Dit zijn twee prikken en beschermen tegen DKTP, Hib, HepB en pneumokokkenziekte. Als je tijdens de zwangerschap geen 22-weken prik hebt gehad krijgt je baby met twee maanden al deze inenting om te beschermen tegen kinkhoest. De DKTP vaccinatie moeten daarna nog een keer worden genomen op een leeftijd van vijf maanden, elf maanden en vier jaar. Vervolgens krijgt je kind op negenjarige leeftijd nog een DTP vaccinatie.
Bijwerkingen na het vaccineren
Je baby kan lichte klachten ervaren na het krijgen van een inenting. Over het algemeen worden deze bijwerking ook benoemd als je bij het consultatiebureau bent om je kind te laten vaccineren. De volgende lichte klachten kunnen voorkomen na het krijgen van een vaccinatie: een pijnlijke of gezwollen plek waar geprikt is, huilerig, hangerig en slaperig zijn, (lichte) koorts. Bij ernstige en aanhoudende klachten is het slim om langs de huisarts te gaan. Allergische reacties en ernstige bijwerkingen komen vrijwel nooit voor. Alle vaccinaties zijn uitgebreid getest en zijn zeer veilig. Voor extra informatie over de vaccinaties kun je altijd terecht bij een deskundige, zoals een kinderarts, je huisarts of bij het consultatiebureau.